Is het ook technisch moeilijker om een videopodcast te maken? Ja en nee. Er komt meer bij kijken, het is arbeidsintensiever en de workflow in postproductie is anders, maar het hoeft niet moeilijk te zijn.
Afhankelijk van je budget kan je een eenvoudige setup voorzien van minstens twee camera’s. Al raden we één camera per spreker én een wide shot aan. Op die manier kunnen we – zoals op tv – vlotjes van camera wisselen gebaseerd op wie spreekt. Alle opnames worden dan samen met de geluidsopname gesynchroniseerd en van daaruit start het bewerken.
Of er geluidstechnisch ook iets verandert, hangt af van je voorkeuren. Zo kan je bijvoorbeeld dasspeldmicrofoons gebruiken, ook wel prikkers genoemd. Die zijn minder zichtbaar dan de studiomicrofoons die we doorgaans bij podcasts zien. De geluidskwaliteit is dan iets minder goed. In vergelijking met een gerichte microfoon – vlak voor de mond van de sprekers – krijg je met prikkers een minder volle klank en neem je meer omgevingsgeluid op.
Bij de nabewerking voor videopodcasts komt ook multicam editing en colorgrading kijken. Het switchen van camerastandpunten en het op punt zetten van alles wat met kleur te maken heeft.
Welk technisch materiaal we juist aanraden valt niet zomaar op te sommen. Je kan investeren in semi-professionele vlogcamera’s, je kan recente iPhones op statieven gebruiken. Je kan USB micro’s kopen en op een pc aansluiten, je kan een studio bouwen met high end condensormicrofoons en akoestische optimalisatie. Het is kijken naar de mogelijkheden binnen een beperkt budget.